Gang van zaken rond toernooi

Net als voorgaande jaren hanteren wij een poulesysteem, waarbij elk team in ieder geval 6 keer in het strijdperk zal treden, te weten ’s morgens 3 keer en ’s middags 3 keer. Het systeem houdt ook in, dat er in de ochtend wat kwaliteitsverschil kan zijn, maar na de pauze zal elk team zich ingespeeld hebben op dat niveau waartoe het behoort en zal men gelijkwaardige tegenstanders treffen. Een ander voordeel van dit systeem is, dat er tot het einde van het toernooi veel spelers en speelsters op het toernooiveld, dus ook bij de prijsuitreiking aanwezig zullen zijn, wat de sfeer tot het laatst toe zal versterken. U zult in dit overzicht geen speeltijden vermeld zien staan, omdat het definitieve wedstrijdprogramma pas later bekend is. Wij gaan ervan uit dat een ieder tussen 08.30 uur en 09.30 uur aanwezig zal zijn. U wordt ontvangen met een kop koffie of thee en u kunt het officiële wedstrijdprogramma dan bij de organisatie ophalen. Voor vragen kunt u, net als voorgaande jaren, natuurlijk bij de organisatie terecht. U kunt mailen met: pvt@svdb.nl Wij hopen u een sportieve dag en veel volleybalplezier te kunnen bieden.

Sport en alcohol

Effect op reactievermogen Een enkel glaasje alcohol heeft weinig invloed op eenvoudige handelingen. Ons lichaam past zich snel aan. Wel gaat het mis met de samenwerking tussen zintuigen en ledematen. Vooral bij sporten waar het op reactievermogen aankomt verlagen de prestaties. Bij 2 glazen alcohol loopt de sprintsnelheid al met 15% en de sprongkracht met 10% terug. Effect op uithoudingsvermogen Om te sporten heb je energie nodig. Die wordt gehaald uit suikers die door de lever worden vrijgelaten in je bloed. Door alcohol produceert je lichaam minder suiker. Hierdoor krijg je minder energie en dus is je uithoudingsvermogen minder groot dan wanneer je geen alcohol zou drinken. Voorkomen blessures Daarbij is er een verhoogde kans op blessures, bij jezelf maar ook bij je tegenstander. Spelplezier voor iedereen Je bent met je team mede verantwoordelijk voor het spelen van sportieve en gezellige wedstrijden. Ook als je wellicht niet helemaal dat succes bereikt, dat je had verwacht…. Houd het gezellig en beperk het alcoholgebruik tussen de wedstrijden

Arbitrage

Zoals alle jaren zal het ook dit jaar weer onmogelijk zijn een toernooi te organiseren zonder medewerking van (al dan niet spelende) scheidsrechters. Soms worden scheidsrechters ondergewaardeerd. Dat is jammer, want bedenk wel, dat volleyballen niet mogelijk is zonder scheidsrechter, dat een scheidsrechter dit doet als vrijwilliger met hart voor de volleybalsport, dat de scheidsrechter het beste voor heeft om er een goede wedstrijd van te maken, dat de scheidsrechter ook best een ‘foutieve’ beslissing kan nemen en dat een scheidsrechter ook maar een mens is. Kortom: waardeer en respecteer de scheidsrechter!

Aansprakelijkheid

De sportvereniging SVDB, de organisatie van het toernooi, noch de overige met de organisatie belaste personen kunnen op een of andere wijze aansprakelijk worden gesteld voor schade, diefstal of vermissing, of anderszins, veroorzaakt door of in verband met deelname aan het J.S. Pinkstervolleybaltoernooi.

Gevonden voorwerpen

Gevonden voorwerpen kunnen bij de toernooiorganisatie worden ingeleverd. Verliezers kunnen daar ook navraag doen. Vriendelijk verzoek om zelf de kleedruimtes goed te controleren of er iets van uzelf of anderen is achtergebleven. Inlichtingen over gevonden voorwerpen kunnen worden verkregen via pvt@svdb.nl

Wedstrijdreglement

1.

Bij aankomst meldt de aanvoerder of coach van een team zich bij de wedstrijdleiding. Hier wordt het wedstrijdprogram- ma uitgereikt.

2.

Er wordt gespeeld volgens de spelregels van de NeVoBo, met dien verstande dat er geen time-outs zijn toegestaan. Een wedstrijd bestaat uit twee sets die op tijd worden gespeeld. Bij 25 punten wordt dus gewoon doorgespeeld. Elke set duurt 13 minuten. Het op het wedstrijdformulier thuisspelende team begint de eerste set met serveren, het uitspelen- de team start met serveren in tweede set. Nadat door de organisatie het wisselsignaal is gegeven, wisselen de ploegen snel van speelhelft (de tijd loopt door!). Als het wissel- of eind- signaal wordt gegeven en de bal is nog in het spel, dan wordt de rally uitgespeeld. Bij een gelijke setstand wordt niet door- gespeeld. Een team dat niet komt opdagen, heeft de wed- strijd met twee maal 25-0 verloren. Een team dat 5 minuten na de vastgestelde aanvangstijd niet in staat is een team op te stellen, heeft de eerste set met 25-0 verloren. Is het team nog niet in staat een team op te stellen als het wisselsignaal wordt gegeven, dan verliest het ook de 2e set met 25-0. Voor de mini’s geldt dat zij spelen volgens de regels van CMV (Cool Moves Volley) op hun niveau.

3.

Het ontvangende team, dat is het eerst vermelde team, zorgt voor een bal. Ieder deelnemend team dient een eigen wed- strijdbal mee te brengen, waarop duidelijk een kenmerk van vereniging of het team is aangebracht.

4.

De scheidsrechter vult het wedstrijdformulier in dat bij het betreffende veld is opgehangen en brengt deze na afloop van de wedstrijd, met de handtekeningen van beide aanvoerders, naar de wedstrijdwagen.

5.

Het is de verantwoordelijkheid van de aanvoerders om het wedstrijdformulier te controleren en te tekenen. Wedstrijd- briefjes die bij het wedstrijdsecretariaat worden ingeleverd die door één of beide teams niet zijn getekend, worden ge- acht te zijn gecontroleerd en goedgekeurd door aanvoerders van beide teams.

6.

De wedstrijden worden direct na elkaar gespeeld. Als de naam via de omroepinstallatie wordt omgeroepen, dienen de teams en de door een team geleverde scheidsrechter zo spoedig mogelijk naar het aangegeven speelveld te gaan.

 

7.

Indien twee teams met een gelijk aantal setpunten (gewonnen sets) eindigen, wordt gekeken naar het onderlinge resultaat (eerst het aantal setpunten, daarna het saldo van de wedstrijdpunten). Indien dit niet tot een uitslag leidt, wordt ge- keken naar het totaal saldo van de wedstrijdpunten.

8.

Een mix-team bestaat uit tenminste twee dames.

9.

Het spelen op schoenen met noppen/spikes, alsmede op slippers, laarzen, of klompen is niet toegestaan. Het dragen van kleding of sieraden waardoor de veiligheid in gevaar kan komen, of materialen (waaronder de bodem) vermijdbare schade kan ondervinden, is niet toegestaan.

10.

De wedstrijdleiding behoudt zich het recht voor om wijzigingen aan te brengen in de volgorde van de wedstrijden en de indeling van de teams in de poules.

11.

Tegen beslissingen van de scheidsrechter kan niet worden geprotesteerd. Ook overige protesten met betrekking tot de gang van zaken op het toernooi zijn niet mogelijk.

12.

In de gevallen waarin de wedstrijdregels niet voorzien, beslist de wedstrijdleiding c.q. organisatie.

spelregels minivolleybal

Niveau 1

  • Ingooien vanaf een willekeurige plek in het veld.
  • Je mag vangen en gooien zoals je wil.
  • Als de afstand tot het net te groot is, mag je eenmaal overspelen.
  • Nadat de bal over het net gegooid is, met de klok meedraaien.
  • Terug in het veld na één vangbal.
  • Een punt als het veld leeg is.

Fout:

  • Bal is uit of in het net gegooid.
  • Speler heeft bal laten vallen.
  • Lopen met de bal.

Niveau 2

  • Spel beginnen met onderhandse opslag, bij team waar de bal gevallen is.
  • Gooien en vangen op volleybaleigen manieren. Bal direct teruggooien, niet meer overspelen.
  • Nadat de bal over het net gegooid is, met de klok meedraaien.
  • Terug in het veld na drie vangballen achter elkaar van eigen team.
  • Na onderhands toetsen en vangen eigen bal (of bal teamgenoot) – iedereen terug.
  • Een punt als het veld leeg is.

Fout:

  • Bal is uit of in het net gegooid/opgeslagen.
  • Speler heeft bal laten vallen.
  • Lopen met de bal.

Niveau 3

  • Spel beginnen met onderhandse opslag, bij team waar de bal gevallen is. Achterspeler mag opslaan.
  • Bal vangen na onderarmse toets van medespeler en gooien op volleybaleigen manieren.
  • Nadat de bal over het net gegooid is, met de klok meedraaien.
  • Een speler terug in het veld nadat de onderarms getoetste bal gevangen is.
  • Een punt als het veld leeg is.

Fout:

  • Bal is uit of wordt in net gespeeld/opgeslagen.
  • Onderarms gespeelde bal wordt niet gevangen of is onjuist gespeeld.
  • Lopen met de bal.
  • Niet op volleybaleigen manieren van gooien.
  • Uit de nek gooien, onder de kin vandaan.

Niveau 4

  • Onderhandse opslag vanaf een willekeurige plaats achter de achterlijn.
  • Het team moet de bal in drie keer spelen.
  • De 2e bal wordt via de vanggooi of vangstoot beweging gegooid.
  • Gewoon doordraaien. Na drie keer achter elkaar dezelfde serveerder een plek doordraaien.
  • Puntentelling via rallypoint systeem.

Fout:

  • Lopen/omdraaien met de bal bij vanggooi of vangstoot beweging.
  • Te lang wachten met doorgooien van 2e bal.
  • Aanraken van het net (tijdens spelsituatie).
  • Passeren van lijn onder net.
  • Smashen of blokkeren.
  • Niet vanachter de achterlijn serveren.

Niveau 5

  • Onderhandse opslag vanaf een willekeurige plaats achter de achterlijn.
  • Er mag niet meer worden gevangen of gegooid.
  • In maximaal drie keer de bal spelen.
  • Gewoon doordraaien. Na drie keer achter elkaar dezelfde serveerder een plek doordraaien.
  • Puntentelling via rallypoint systeem en een bonuspunt voor 3 maal overspelen en de 3e bal is goed.

Fout:

  • Te lang balcontact (onderhands met 2 handen bal over net gooien).
  • Aanraken van het net.
  • Passeren van lijn onder net.
  • Bovenhands opslaan.
  • Niet vanachter de achterlijn serveren.

 Niveau 6

  • Service vanaf een willekeurige plaats achter de achterlijn, onderhands of bovenhands.
  • In maximaal drie keer de bal spelen.
  • Gewoon doordraaien. Na drie keer achter elkaar dezelfde serveerder een plek doordraaien.
  • Puntentelling via rallypoint systeem.

Fout:

  • Te lang balcontact.
  • Aanraken van het net.
  • Passeren van lijn onder net. •
  • Niet vanachter de achterlijn serveren (voetfout).